English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word course of exchange

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(race‐course; running track; track; race‐track; runway);
(length; space; span; time; duration); ;
tijdsduur
(golf‐course);
stage
(track)
(route; way; passage; pathway; road)
🔗 This book offers a complete course in Latin for beginners.
(swap; switch); ;
uitwisseling
;
verruiling
(stock‐exchange; bourse; market; stockmarket; ’change; stock exchange)
🔗 In July, the exchange said non‐residents from countries that have not imposed sanctions would be permitted to trade on its stock and derivatives markets from August 8.
(interchange; swap; change; share; switch; trade); ; ; ; ; ;
🔗 Rand exchanged looks with Mat and Perrin.

EnglishDutch
course of exchange wisselkoers
course afdraven; baan; beloop; colleges; cursus; gang; gedragslijn; gerecht; handelwijze; jagen; koers; kuur; laag; leergang; loop; lopen; najagen; nalopen; opeenvolging; parcours; reeks; renbaan; rij; stromen; vaart; verloop; wedloop; weg
exchange beurs; centrale; deviezen; inruilen; inwisselen; inwisseling; koopmansbeurs; omruilen; omwisseling; ruil; ruilen; ruilen van; ruiling; ruilverkeer; schermutseling; telefooncentrale; uitwisselen; uitwisseling; valuta; verruilen; verruiling; verwisselen; verwisseling; wisselen; wisseling; wisselkoers; woordenwisseling