Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word verwisselen
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
; ; bemuse ; bewilder ; perplex ; ; disarrange ; disarray ; befuddle | ||
(inruilen; inwisselen; ruilen; uitwisselen; verruilen; wisselen) | interchange ; ; ; | |
🔗 Alles wat hij te doen had, was dus zijn wagen voor een andere verwisselen en dit zou naar zijn mening geen moeilijkheid opleveren. | ||
(doodgaan; sterven; verscheiden) | ; expire ; breathe one’s last ; gasp away life ; gasp out life | |
🔗 Een groot aantal magiërs had namelijk kortelings het tijdige voor het eeuwige verwisseld, hetgeen in overweging gaf dat de magie een ietwat gevaarlijke loopbaan moest zijn. | ||
verwisseling (omwisseling) | replacement ; substitution | |
(inruilen; inwisselen; ruilen; uitwisselen; verruilen; verwisselen) | interchange ; ; | |
🔗 Ik heb een paar woorden met uw meester gewisseld, dat is waar. | ||
(veranderen) | ||
(ommekeer; verandering; wisseling) | ; | |
🔗 Het wisselen van paarden zou de hertog drie, misschien zelfs vier dagen reizen naar Bordon schelen. |
Dutch | English |
---|---|
verwisselen | ⇆ alternate; ⇆ change; ⇆ commute; ⇆ exchange; ⇆ interchange; ⇆ permute; ⇆ shift; ⇆ switch; ⇆ transpose |
het tijdelijke voor het eeuwige verwisselen | ⇆ cross the Styx; ⇆ depart this life |
met elkaar verwisselen | ⇆ mistake one for the other; ⇆ confound |
verwisselen van | ⇆ change |
verwisselen voor | ⇆ commute for; ⇆ exchange for |
verwisselbaar | ⇆ commutative; ⇆ convertible; ⇆ exchangeable; ⇆ interchangeable |
verwisseling | ⇆ change; ⇆ commutation; ⇆ conversion; ⇆ exchange; ⇆ permutation; ⇆ transposition; ⇆ interchange |
wisselen | ⇆ bandy; ⇆ cash; ⇆ change; ⇆ exchange; ⇆ interchange; ⇆ reciprocate; ⇆ shed; ⇆ shift; ⇆ toggle |