Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word wisseling

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
wisseling
(keer; ommekeer; wisselen)
; ;
conversion
;
transformation
; ;
(correspondentie)
correspondence
🔗 Jessica en ik waren altijd heel goede vriendinnen geweest en we voerden een uitgebreide briefwisseling.
turn of the century
🔗 Dat veranderde na de eeuwwisseling.
stofwisseling
(metabolisme)
metabolism
dispute
; ; ; ;
disagreement
; ; ;
🔗 Hij voelde niets voor een woordenwisseling.

DutchEnglish
wisseling exchange; interchange; passage; reciprocation; turn; turnover
briefwisseling correspondence
eeuwwisseling turn of the century
gedachtenwisseling discussion; exchange of views
jaarwisseling turn of the year
notawisseling exchange of notes; exchange of memoranda
regeringswisseling change of government
stemwisseling breaking of the voice
stofwisseling metabolism
vruchtwisseling rotation; rotation of crops; crop rotation
woordenwisseling exchange; passage at arms; passage of arms