Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word weglopen

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(afvloeien; wegvloeien)
flow down
;
flow off
🔗 In welke richting is het van je weggelopen?
(stromen; vlieten; vloeien)
🔗 Met zijn hand veegde hij het zweet van zijn voorhoofd dat in zijn ogen liep.
(benen)
🔗 Elak vermande zich en liep het water in.
(gaan; te voet gaan)
piediri
(stappen; treden)
paŝi
🔗 Hij en John liepen naar hun ouders, die in de menigte stonden te wachten.
(tippelen; wandelen)
go for a walk
;
stroll
;
take the air
(baan)
🔗 Je kan hem overal verloren hebben op de weg.
(heen; voort; verwijderd; henen; uit);
;
; ; ;
pathway
;
🔗 President Trump baande zich een weg naar de kerk.
;
🔗 Er was geen weg terug.
(route)
🔗 Hij vroeg de weg naar Lyon.
wegloper
deserter
wegloper
(vluchteling)
absconder

DutchEnglish
weglopen abscond; absconding; bolt; drain; elope; elopement; run away; run off; walk‐out; walk out
lopen bear; course; gait; go; hoof it; range; tread; walk; run; running; travel; trend; walking; water
weg avaunt; avenue; away; course; done for; gone; haul; inlet; lost; off; out; path; pathway; road; way; track; route; tract; out of the way
wegloper bolter; absconder