Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word verschijnsel
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
verschijnsel (verschijning) | ||
verschijnsel (fenomeen) | ||
verschijnsel (symptoom; teken) | ||
(opdagen; te voorschijn komen; uitkomen; voor de dag komen; voor den dag komen) | ||
🔗 Nu verschenen er ook anderen. | ||
🔗 Het verschijnen van twee handen over de dakrand maakte een einde aan zijn bedenkingen. |
Dutch | English |
---|---|
verschijnsel | ⇆ appearance; ⇆ phenomenon; ⇆ symptom |
achtergrondverschijnsel | ⇆ background phenomenon |
bijverschijnsel | ⇆ side‐effect |
luchtverschijnsel | ⇆ atmospheric phenomenon |
natuurverschijnsel | ⇆ natural phenomenon; ⇆ natural event |
onthoudingsverschijnselen | ⇆ withdrawal symptoms |
ontwenningsverschijnselen | ⇆ withdrawal symptoms |
ouderdomsverschijnsel | ⇆ symptom of old age |
randverschijnsel | ⇆ marginal phenomenon |
verschijnen | ⇆ appear; ⇆ come; ⇆ come out; ⇆ present itself; ⇆ present oneself; ⇆ come on the scene; ⇆ turn up; ⇆ make one’s appearance; ⇆ put in an appearance; ⇆ fall due; ⇆ become due; ⇆ enter an appearance; ⇆ attend |