Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word schelden
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(uitschelden; schelden op) | ; insult ; offend ; ; | |
(beledigen; schelden; uitschelden) | ||
🔗 Zij greep dinsdag niet in toen PVV‐Kamerlid Geert Wilders begon te schelden op Kamerleden en bewindslieden met een islamitische en of buitenlandse achtergrond. | ||
; ; ; | ||
scheldnaam | abusive name | |
invective ; term of abuse | ||
🔗 Scaramucci reageerde donderdagavond (Amerikaanse tijd) op het explosieve interview door te beloven geen scheldwoorden meer te zullen gebruiken. | ||
(aanbellen; bellen; luiden) | ring the bell | |
🔗 En u hoeft niet zo langdurig te schellen. | ||
(beledigen; schelden; schelden op) |
Dutch | English |
---|---|
schelden | call names; inveigh; rail; use abusive language; use bad language; vituperate |
iemand de huid vol schelden | shower abuse on somebody |
schelden als een viswijf | talk billingsgate; scold like a fishwife; swear like a fishwife |
schelden op | rail against; rail at; rail upon; vituperate; abuse; revile |
gescheld | abuse; vituperation |
kwijtschelden | condone; discharge; forgive; let off; remit |
scheldbrief | abusive letter |
scheldend | invective; vituperative |
scheldkanonnade | diatribe; torrent of abuse |
scheldnaam | sobriquet; abusive name; nickname |
scheldpartij | slanging‐match; scolding; exchange of abuse |
scheldwoord | term of abuse; abusive term; invective |
schellen | ring the bell; ring |
uitschelden | abuse; ballyrag; call names; miscall; rate; slang; vituperate; vituperation |