Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word maatpak
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(kameraad; kornuit; makker; gabber) | ; companion ; | |
🔗 En u wilt niet zeggen wie uw maat is? | ||
(gezel; kameraad; kornuit; makker; metgezel; partner) | companion ; ; | |
🔗 Gerrit had wel gemerkt dat zijn oom even aarzelde voordat hij zij dat zijn maats wel te vertrouwen waren, maar hij zei niets. | ||
(grootte; mate) | measure ; measurement ; | |
(dracht; gewaad; kostuum) | ; | |
🔗 Hij stapte naar zijn hut en tien minuten later ging hij met een net pak aan de wal op. | ||
(pakket) | ; ; | |
🔗 Zorg dat je op tijd bent en neem een pak brood mee voor tussen de middag. | ||
; ; stratum | ||
🔗 Delen van Groot‐Brittannië zijn zaterdag bedekt onder een pak sneeuw tot 35 centimeter dik, wat leidde tot verstoring van het lucht‐ en wegverkeer. |
Dutch | English |
---|---|
maat | ⇆ admeasurement; ⇆ bar; ⇆ beat; ⇆ buddy; ⇆ companion; ⇆ comrade; ⇆ fellow; ⇆ fitting; ⇆ gauge; ⇆ mate; ⇆ maty; ⇆ measure; ⇆ measurement; ⇆ metre; ⇆ moderation; ⇆ number; ⇆ partner; ⇆ scantling; ⇆ size; ⇆ tempo; ⇆ time; ⇆ workmate; ⇆ yoke‐fellow |
pak | ⇆ bundle; ⇆ burden; ⇆ costume; ⇆ fardel; ⇆ pack; ⇆ package; ⇆ parcel; ⇆ suit; ⇆ wad; ⇆ swag; ⇆ packet; ⇆ load; ⇆ bag |
The word maatpak could not be translated into the selected target language by us.