Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word ijdel
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(nutteloos; vergeefs; vruchteloos) | vain ; idle | |
vain | ||
🔗 Wat de ringen, kettingen en andere kostbaarheden betreft, wij zijn mannen met een teer geweten en wij willen een eerwaardig man als u niet in verleiding brengen de regels van zijn orde geweld aan te doen door het dragen van ringen, kettingen of andere ijdele opschik. | ||
🔗 Om te beginnen was het een klap voor zijn ijdelheid. | ||
vanity | ||
frivolity ; silliness | ||
🔗 Ik ben niet gesteld op die ijdelheden, die mijn vaderen niet kenden toen Engeland nog vrij was. | ||
vain person | ||
(doen falen) | quash | fiaskigi |
quash ; ; | ||
🔗 De vreselijke mannetjes verijdelden zijn poging echter. | ||
(de bodem inslaan) | stultify | vanigi |
Dutch | English |
---|---|
ijdel | ⇆ empty; ⇆ frothy; ⇆ idle; ⇆ idly; ⇆ vain |
ijdelheid | ⇆ amour‐propre; ⇆ false pride; ⇆ idleness; ⇆ vanity; ⇆ vainness |
ijdeltuit | ⇆ vain person |
verijdelen | ⇆ baffle; ⇆ balk; ⇆ confound; ⇆ dash; ⇆ defeat; ⇆ discomfit; ⇆ disconcert; ⇆ foil; ⇆ frustrate; ⇆ quash; ⇆ stymie; ⇆ upset; ⇆ scotch; ⇆ stultify; ⇆ thwart |