English–Dutch dictionary
Dutch translation of the English word upset
English | Dutch (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
upset (dazed; perplexed; bemused; muddled; in disarray; confused) | ; ; ; verbijsterd ; ; ; ; ; | |
upset (taken aback; aghast; dazed; dumbfounded; stupefied; perplexed; puzzled) | ; ; | |
upset | konsterniĝinta | |
upset (not well; unwell) | van streek | malsaneta |
upset (turn; turn over; capsize; overturn; subvert; up‐end) | ; ; | |
upset (agitate; alarm; disturb; perturb; ruffle; trouble; unsettle; worry) | ; ; | |
(appal; dismay; puzzle; alarm; dumbfound; stun; stupefy; disconcert; startle; stagger; take aback; astound; unnerve; discomfit) | van streek brengen | |
🔗 It would upset many Labour Party members and voters if he ended up facilitating Britain’s exit from the EU. |
English | Dutch |
---|---|
upset | ⇆ hoteldebotel; ⇆ in de war; ⇆ in de war sturen; ⇆ omgooien; ⇆ omkanteling; ⇆ omkiepen; ⇆ omkieperen; ⇆ omslaan; ⇆ omsmijten; ⇆ omstoten; ⇆ omvallen; ⇆ omvergooien; ⇆ omverstoten; ⇆ omverwerpen; ⇆ omverwerping; ⇆ omwerpen; ⇆ ondersteboven gooien; ⇆ ontdaan; ⇆ onthutst; ⇆ ontregelen; ⇆ overhoop werpen; ⇆ overstuur; ⇆ ruzie; ⇆ stoornis; ⇆ uit zijn gewone doen; ⇆ van streek; ⇆ van streek brengen; ⇆ van streek maken; ⇆ verijdelen; ⇆ verwarring |
be upset | ⇆ in de war zijn; ⇆ omslaan; ⇆ omvallen; ⇆ ontdaan zijn; ⇆ overstuur zijn; ⇆ van de kook zijn; ⇆ van streek zijn; ⇆ van zijn stuk raken |
upset price | ⇆ inzet |
upset somebody | ⇆ iemand van zijn stuk brengen |
upset the balance | ⇆ het evenwicht verstoren |
upset the stomach | ⇆ de maag van streek maken |
upsetting | ⇆ omverwerping |