Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word iets van de prijs afdoen

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(afleggen; afzetten; uitdoen; uittrekken)
🔗 Ik ging gisteren boodschappen doen en ik durfde mijn capuchon niet af te doen.
(afhandelen; afwikkelen)
conclude
;
dispatch
;
expedite
; ;
🔗 Berg je papieren op Dorknoper, dit is afgedaan.

DutchEnglish
iets van de prijs afdoen knock off something; take something off
afdoen slip off; clear; conclude; discount; dispatch; dispose of; doff; expedite; get over; polish off; transact; take off; clean; wipe; dust; finish; pay off; settle