English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word polish off

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(wax; blacking; nugget)
schoencrème
;
schoensmeer
(furbish); ;
(wax)

EnglishDutch
polish off afdoen; afraffelen; uit de weg ruimen; verorberen; vlug opdrinken; vlug opeten
polish beschaven; beschaving; bijschaven; boenen; gaan glimmen; glad worden; gladmaken; gladwrijven; glans; glanzen; ontbolsteren; opdoffen; oppoetsen; poetsen; poetsmiddel; polijsten; politoer; politoeren; slijpen; vijlen