Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word dood punt
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(heengaan; sterfgeval; verscheiden) | ||
🔗 Heb je hen op de dood voorbereid? | ||
(afgestorven; overleden; ter ziele) | ||
🔗 Onze taal is niet dood. | ||
(levenloos) | ||
🔗 Dankzij het geld van de heer Bommel zal ik binnenkort in staat zijn dode stof tot leven te wekken. | ||
🔗 De dood klopt aan mijn deur. | ||
; | ||
🔗 Ik heb hierin de belangrijkste punten genoteerd. | ||
(piek) | ||
🔗 De punt van het mes prikte in de huid van zijn keel. | ||
(oog; stip) | ; ; full stop ; | |
; | ||
🔗 Zo zijn er scholen die eindcijfers met één punt ophogen. | ||
🔗 Laat men de cirkel terugwentelen, dan komt het punt P in O. |
Dutch | English |
---|---|
dood punt | ⇆ cul‐de‐sac; ⇆ dead centre; ⇆ impasse; ⇆ stalemate |
dood | ⇆ consummation; ⇆ dead; ⇆ dead and gone; ⇆ death; ⇆ demise; ⇆ departure; ⇆ dissolution; ⇆ end; ⇆ exanimate; ⇆ fall; ⇆ fate; ⇆ gone; ⇆ no more; ⇆ to death |
punt | ⇆ apex; ⇆ chapter; ⇆ corner; ⇆ count; ⇆ cusp; ⇆ dot; ⇆ fluke; ⇆ full stop; ⇆ head; ⇆ issue; ⇆ item; ⇆ mark; ⇆ neb; ⇆ nib; ⇆ nub; ⇆ particular; ⇆ peak; ⇆ period; ⇆ point; ⇆ post; ⇆ prick; ⇆ prong; ⇆ spike; ⇆ toe; ⇆ wedge; ⇆ spire; ⇆ up; ⇆ top |