Diccionario neerlandés–español

Traducción española de la palabra neerlandesa wijs

neerlandés → español
  
neerlandésespañol (traducido indirectamente)esperanto
(deun; deuntje; melodie; wijsje)
melodía
(verstandig)
cuerdo
;
juicioso
;
sensato
🔗 Ge zijt te wijs voor uw jaren.
(indicatief)
indicativo
aanvoegende wijs
(conjunctief)
modo subjuntivo
;
subjuntivo
(imperatief)
imperativo
🔗 In het Frans worden drie werkwoordsvormen gebruikt in de gebiedende wijs.
(filosofie)
filosofía
🔗 De schrijver begint met een uitvoerig overzicht van de hindoeïstische, boeddhistische en Chinese wijsbegeerte.
(aanduiden; aangeven; aanwijzen; beduiden; uitduiden; wijzen op)
indicar
;
señalar
🔗 Wie heeft jullie de grot gewezen?