Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord waarop
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
whereby ; wherewithal | per kiu | |
🔗 Halverwege de biografie begon ik spijt te krijgen dat ik die las, want ik had liever veel van de details waarop ik getrakteerd werd niet geweten. | ||
in which ; wherein | ||
🔗 De morgen waarop het idee voor dit verhaal vaste vorm begon aan te nemen, zat ik met mijn zoontje Owen aan de ontbijttafel. | ||
whereby | laŭ kiu | |
(waarna) | post kio | |
🔗 Helaas stierf Monkowski kort daarop, waarop Born diens werk voortzette. | ||
whereupon | sur kio | |
(waarover) | ||
(uitgeput; uitverkocht) | exhausted | |
spent | elspezita | |
worn | ||
🔗 De benzine zal op zijn. | ||
(verbruikt) | used up | |
🔗 Als die op waren, was het wapen waardeloos. | ||
(aan; jegens; met; om; te; tot; voor; bij) | ; ; ; ; | |
🔗 Wie kan dat op deze afstand zeggen? | ||
(naar boven; omhoog) | ||
(aan; boven op) | ; ; ; ; | |
🔗 Ik keek op de wijzerplaat. | ||
(binnen; in; per; te; van; aan) | ; | |
🔗 Over een half uur worden we op het paleis verwacht. | ||
(uit; van) | ; ; | |
(aan; bij; naar; tegen; tot; voor; naar … toe) | ; | |
🔗 Ze wees op de volle planken. | ||
(om; voor) | ||
🔗 En toen nu alles op een mogelijk gevecht werd voorbereid, vonden de jongens de verschijning dier zeereuzen niet meer leuk. | ||
(aan; bij) | ; ; | |
🔗 Op de hoek botste een man tegen mij op, die van de andere kant kwam en mij niet gezien had. | ||
(aan; betreffende; in; met; naar; omtrent; over; van; voor) | ; ; ; | |
🔗 Geef een duidelijk antwoord op de vraag! | ||
(langs; naar; volgens) | ; ; | |
🔗 Er staat weinig wind en in het donker kunnen we op de sterren varen. | ||
(bij; in; onder; met) | ; | |
🔗 En met wat meer geluk zie je op je wandeling spechten, boomvalken, dassen, haviken, heel veel libellen en zangvogels als bijvoorbeeld boomklevers. | ||
(aan; jegens; met; tegen; tegenover; voor) | ||
🔗 De Israëlische luchtmacht voert steeds meer luchtaanvallen uit op de Gazastrook. | ||
🔗 Maar weet je waar hij is? | ||
commodity ; ware | ||
(eigenlijk; heus; waarachtig) | ; | |
🔗 Dat kan toch niet waar zijn! | ||
🔗 En waar is je baas? | ||
(alwaar) | ||
🔗 Hij weet wel waar. | ||
(waarheen) | ||
🔗 En bovendien gaat een heer waar hij wil! | ||
(waarheen) |
Nederlands | Engels |
---|---|
waarop | ⇆ after which; ⇆ on which; ⇆ upon which; ⇆ when; ⇆ whereat; ⇆ whereon; ⇆ whereupon; ⇆ with that |
op | ⇆ all in; ⇆ along; ⇆ at; ⇆ broken‐down; ⇆ by; ⇆ clapped‐out; ⇆ dead; ⇆ done; ⇆ exhausted; ⇆ frazzled; ⇆ gone; ⇆ in; ⇆ knocked up; ⇆ on; ⇆ onto; ⇆ out; ⇆ to; ⇆ up; ⇆ upon; ⇆ spent; ⇆ run‐down; ⇆ on top of; ⇆ washed up; ⇆ after; ⇆ at an end; ⇆ all gone; ⇆ worn out; ⇆ worn; ⇆ with respect to |
waar | ⇆ anyplace; ⇆ anywhere; ⇆ commodity; ⇆ real; ⇆ true; ⇆ right; ⇆ truthful; ⇆ veracious; ⇆ veritable; ⇆ very; ⇆ ware; ⇆ where; ⇆ whereabouts; ⇆ whither; ⇆ truly; ⇆ wares; ⇆ stuff; ⇆ as; ⇆ since |