Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord vermogen

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
🔗 Een elektromotor geeft aan de as een vermogen af van 7,3 kW.
(macht; kracht)
capacity
;
possession
;
property
fortune
🔗 De geldstukken stroomden nu als een rivier de gang in, zodat ze nu tot aan hun knieën in het vermogen waadden.
(bekwaamheid; capaciteit); ;
capacity
;
faculty
(capaciteit; inhoud)
(in staat zijn)
🔗 Maar het is wonderlijk wat een heer in zijn toorn vermag.
(almacht)
omnipotence
(almacht)
omnipotence
(energie; daadkracht)
;
smarts
;
(vasthoudendheid; volhardingsvermogen)
perseverance
(draagkracht)
carrying capacity
;
carrying capacity
porta povo
loading capacity
intellect
;
🔗 Dat zou iemand van jou buitengewone geestvermogens ook niet kunnen ontgaan, Hastings.
(conductantie; geleiding)
conductance
🔗 Het geleidingsvermogen van een oplossing is des te groter naarmate het aantal ionen groter is.
(gezicht)
;
competence
; ;
proficiency
;
(reukzin)
(spraak)
🔗 De man achter het bureau kreeg ten slotte zijn spraakvermogen terug.
perseverance
;
persistence
vermogend
(gefortuneerd; rijk)
;
wealthy
;
well‐off
;
well‐to‐do
volhardingsvermogen
(doorzettingsvermogen; vasthoudendheid)
perseverance

NederlandsEngels
vermogen ability; be able; capability; capacity; faculty; fortune; means; output; potency; power; riches; substance; wealth
dat zal niets vermogen it will be to no purpose
een vermogen verdienen make a fortune
naar vermogen according to abilities
naar zijn beste vermogen to the best of his ability; to the best of his power
niets vermogen tegen be of no avail against
veel bij iemand vermogen have great influence with somebody
verstandelijke vermogens mental faculties; intellectual faculties
alvermogen omnipotence; omnipotency
arbeidsvermogen energy; working power
bevattingsvermogen comprehension; comprehensive faculty; grasp; mental grasp
combinatievermogen power of combining
concentratievermogen power of concentration; powers of concentration
denkvermogen thinking‐faculty; faculty of thinking; intellectual power
doorzettingsvermogen perseverance
draagvermogen lift‐capacity; carrying capacity
drijfvermogen buoyancy; floating power
geestvermogens mental faculties; intellectual faculties
geleidingsvermogen conductivity
gezichtsvermogen eye; eyesight; visual faculty; visual power
hefvermogen lifting capacity; lifting power
herinneringsvermogen memory
incasseringsvermogen resilience
kenvermogen cognition
laadvermogen carrying capacity
leervermogen teachability
motorvermogen engine‐power
onderscheidingsvermogen discernment; discrimination
onvermogen disability; failure; impotence; impotency; impuissance; inability; inequality; impecuniosity; indigence
oordeelsvermogen judicative power
oriënteringsvermogen sense of direction; sense of locality
remvermogen braking power
reukvermogen sense of smell
scheppingsvermogen creativeness; creativity; creative power
uithoudingsvermogen endurance; stamina; staying‐power; staying‐powers
uitstralingsvermogen radiation power
uitzettingsvermogen dilatability; power of expansion; expansive power
veelvermogend powerful; influential
vermogend powerful; influential; wealthy; rich; well‐to‐do; well‐off
vermogensaanwas capital gain; capital gains; increment of assets
vermogensbeheer asset management
vermogensbelasting property tax
vermogensdelict crime against property
vermogensheffing capital levy
volhardingsvermogen perseverance; persistency
voorstellingsvermogen imagination; imaginative faculty
waarnemingsvermogen acquisitive faculty; perceptive faculty; perceptiveness; perceptivity; percipience; power of observation; powers of observation
wilsvermogen volitive faculty