Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord impotency
Engels | Nederlands |
---|---|
impotency | ⇆ impotentie; ⇆ machteloosheid; ⇆ onmacht; ⇆ onvermogen |
Engels | Nederlands |
---|---|
impotency | ⇆ impotentie; ⇆ machteloosheid; ⇆ onmacht; ⇆ onvermogen |