Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord uitsturen
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(zenden) | ||
🔗 We zullen iemand sturen. | ||
(besturen) | ; | |
🔗 De sturende heer bewolkte, en het was duidelijk dat een scherpe terechtwijzing hem op de tong lag. | ||
(zenden) | ||
🔗 Stuur ze deze twee hoofden, in een mooie kist. | ||
(verzenden; zenden) | ||
🔗 Ik stuur hem een telegram. | ||
(op; van; vanuit) | ; | |
🔗 Hij liep snel het hotel uit. | ||
(aan; door; met; om; van; vanwege; voor; wegens) | ; ; ; | |
🔗 Dat deed hij uit berekening. | ||
(over; voort; weg; verwijderd) | ; | |
🔗 Zij zijn het grootste gedeelte van de dag uit. | ||
; | ||
🔗 De lampen waren uit. |
Nederlands | Engels |
---|---|
uitsturen | ⇆ send; ⇆ send out |
iemand de laan uitsturen | ⇆ send somebody about his business; ⇆ send somebody packing |
sturen | ⇆ channel; ⇆ con; ⇆ drive; ⇆ guide; ⇆ head; ⇆ pilot; ⇆ pilotage; ⇆ send; ⇆ steer; ⇆ sail; ⇆ turn |
uit | ⇆ done; ⇆ for; ⇆ forth; ⇆ off; ⇆ out; ⇆ out of; ⇆ over; ⇆ through; ⇆ in a spirit of; ⇆ from; ⇆ from among; ⇆ in |