Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord kwaadspreken
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(belasteren) | backbite | |
(boos; nijdig; verbolgen; toornig; verstoord; vertoornd; gramstorig; vergramd) | ||
🔗 Heb je een kwaaie bui, Jan? | ||
(euvel) | ; | |
🔗 Het kwaad is al gebeurd. | ||
(nijdig; toornig; gramstorig; vergramd; boos) | ; | |
🔗 „Wat is dit voor een onzin?” vroeg de politieman kwaad. | ||
(slecht; boos) | ||
🔗 Als dat waar is, is het kwaad nieuws. | ||
(boos; slecht) | ||
🔗 Het is een kwaad huis! | ||
(praten) | ; | |
🔗 De burgemeester wil je spreken. | ||
(praten) | ||
🔗 Maar ik kon niet spreken. | ||
(zeggen) | ||
🔗 „Ge gaat te ver”, sprak de markies. | ||
(praten) | ||
🔗 Op een winterse dag met Regin over zijn toekomst sprekend, vroeg Sigurd: „Welke daden worden van mij verwacht?” |
Nederlands | Engels |
---|---|
kwaadspreken | ⇆ backbite; ⇆ evil‐speaking; ⇆ talk scandal |
kwaad | ⇆ angry; ⇆ bad; ⇆ black; ⇆ canker; ⇆ evil; ⇆ harm; ⇆ huffy; ⇆ ill; ⇆ injury; ⇆ mad; ⇆ mischief; ⇆ sore; ⇆ sick; ⇆ wrong |
kwaadsprekend | ⇆ slanderous; ⇆ backbiting |
spreken | ⇆ converse; ⇆ discourse; ⇆ speak; ⇆ talk; ⇆ see; ⇆ say |