Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord eethuis
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(restaurant) | eating‐house | |
🔗 Het is een eethuis, of misschien een herberg. | ||
(spijs) | ||
(bikken; nuttigen; vreten) | ; | |
🔗 Dat zal ik doen zodra ik iets heb gegeten. | ||
(maaltijd) | ||
🔗 Ze eten geen vlees maar wat is kip dan? | ||
🔗 Morgen eten we bij mijn jongste zoon. | ||
🔗 Zeker 40.000 huizen in de hoofdstad Manilla zijn verwoest. | ||
🔗 Er moet hier in huis veel veranderen. |
Nederlands | Engels |
---|---|
eethuis | ⇆ eatery; ⇆ eating‐house |
eten | ⇆ bite; ⇆ chow; ⇆ dine; ⇆ dinner; ⇆ eat; ⇆ eating; ⇆ feed; ⇆ food; ⇆ manducate; ⇆ manducation; ⇆ meat; ⇆ nosh; ⇆ have dinner |
huis | ⇆ establishment; ⇆ home; ⇆ house; ⇆ housing; ⇆ place; ⇆ premises; ⇆ residence; ⇆ tenement |