Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord afzender

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(verzender)
sender
;
shipper
(verzender; zender)
sender
🔗 De afzender van het telegram wordt opgespoord.
(expediëren; verzenden)
dispatch
; ; ;
(versturen; verzenden; wegzenden); ; ;

NederlandsEngels
afzender addresser; consigner; forwarder; remitter; sender; shipper
afzenden dispatch; forward; send; send off; ship