Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord right to vote

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
(right‐hand)
rechter‐
(to the right);
(correct);
(true; correct; sound; valid)
(entitlement)
🔗 Having rights and enforcing them are quite different, however.
(correct; exact; proper);
🔗 We made the right decision to evacuate.
(exactly; just; okay; accurately; correctly; precisely; aright; properly);
🔗 Tam was right where he had left him, seemingly asleep.
(of use; suitable; appropriate; apt; due; expedient; useful; fitting; applicable)
(right‐hand side); ;
🔗 At the banquet king Casmir and queen Sollace sat at the head of the great table, with Suldrun at her father’s right and Carfilhiot to the left of queen Sollace.
(poll; ballot);
🔗 Almost everyone Clewlow knows voted to leave.
(nomination)
🔗 If May loses this vote, then all bets are off.
🔗 And if that fails, MPs are likely to vote again Thursday on requesting a delay to Brexit from the EU.
(poll; polling; voting)
🔗 He guaranteed a vote on Thursday that didn’t happen.
(ballot; balloting; poll; polling; voting)
🔗 The ANC had won every previous national election since the historic 1994 vote that ended white minority rule, but over the last decade South Africans have watched the economy stagnate, unemployment and poverty climb and infrastructure crumble, leading to regular power outages.

EngelsNederlands
right to vote stemrecht
right behoorlijk; billijk; echt; gelijk; geschikt; geëigend; goed; helemaal; herstellen; in de haak; in orde; in orde maken; juist; midscheeps leggen; naar rechts; overeind zetten; pal; precies; recht; recht doen; recht laten wedervaren; rechterhand; rechterkant; rechtervleugel; rechterzij; rechterzijde; rechter‐; rechtmatig; rechtop zetten; rechts; rechtvaardig; redresseren; verbeteren; vierkant; vlak; waar; wel; zeer; zich oprichten
vote bij stemming aannemen; bij stemming aanwijzen; bij stemming toestaan; bij stemming verkiezen; bij stemming verkiezen tot; kiezen; kiezers; stem; stembriefje; stemmen; stemmen op; stemmen voor; stemming; stemrecht; voteren; votum