Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord persistent
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
persistent (habitual) | persista | |
persist (persevere; pursue one’s point) | insistadi | |
persist (be obstinate; be stubborn; maintain; dig one’s heels in) | koppig volhouden ; ; zich schrap zetten | |
persist (persevere) | ; | |
persist (continue; endure; keep on; last; wear; go on) | ; | |
persistence (perseverance) | ||
persistence | ; |
Engels | Nederlands |
---|---|
persistent | ⇆ aanhoudend; ⇆ blijvend; ⇆ hardnekkig; ⇆ volhardend |
persist | ⇆ aanhouden; ⇆ blijven; ⇆ blijven voortbestaan; ⇆ doorgaan; ⇆ hardnekkig volhouden; ⇆ voharden; ⇆ volharden; ⇆ volhouden; ⇆ voortduren |
persistence | ⇆ hardnekkig volhouden; ⇆ hardnekkigheid; ⇆ volharding; ⇆ voortduring |
persistency | ⇆ aanhoudendheid; ⇆ hardnekkig volhouden; ⇆ hardnekkigheid; ⇆ volharding; ⇆ volhardingsvermogen; ⇆ voortduring |