Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord march out

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
(parade; march past)
(walk; ambulate)
🔗 She marched forward, ducked under the larch, pushed open the door.
(walk)

EngelsNederlands
march out uitrukken; uittrekken
march afmars; betogen; demonstratie; demonstreren; gang; grens; grensgebied; laten marcheren; loop; marcheren; mark; mars; opmarcheren; opmars; oprukken; optrekken; stappen; tocht; trekken; trekken naar; uitrukken; verloop; voortgang