Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord uitrukken
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(uitscheuren; uittrekken) | wrest | |
🔗 En indien uw oog u tot zonde verleidt, ruk het uit en werp het van u. | ||
; ; ; | ||
🔗 De brandweer rukte met groot materieel uit, maar kon de boerderijen niet meer redden. | ||
jerk ; ; tug ; | ||
🔗 De vreemdeling rukte zijn zwaard uit het lichaam en draaide zich om. | ||
(zich afrukken; zich aftrekken) | onani | |
(op; van; vanuit) | ; | |
🔗 Hij liep snel het hotel uit. | ||
(aan; door; met; om; van; vanwege; voor; wegens) | ; ; ; | |
🔗 Dat deed hij uit berekening. | ||
(over; voort; weg; verwijderd) | ; | |
🔗 Zij zijn het grootste gedeelte van de dag uit. | ||
; | ||
🔗 De lampen waren uit. |
Nederlands | Engels |
---|---|
uitrukken | ⇆ march; ⇆ march out; ⇆ march out of; ⇆ pluck up; ⇆ pull out; ⇆ tear; ⇆ tear out; ⇆ turnout; ⇆ turn out |
zich de haren uitrukken | ⇆ tear one’s hair |
rukken | ⇆ snatch; ⇆ jerk; ⇆ pluck; ⇆ pull; ⇆ tug; ⇆ twitch; ⇆ wrench; ⇆ yank; ⇆ strain; ⇆ wank; ⇆ fap |
uit | ⇆ done; ⇆ for; ⇆ forth; ⇆ off; ⇆ out; ⇆ out of; ⇆ over; ⇆ through; ⇆ in a spirit of; ⇆ from; ⇆ from among; ⇆ in |