Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord maketh

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
(form);
(cause; get; have; bring); ;
🔗 Make them think I’m dangerous.

EngelsNederlands
make aanbrengen; aanleggen; aanmaken; afleggen; afsluiten; begaan; beramen; bereiken; bijzetten; binden; binnenvaren; brengen; doen; doen verrichten; fabricaat; fabrieken; fatsoen; halen; houden; indienen; inwinnen; in zicht krijgen; knopen; laten; leveren; lijden; maaksel; makelij; maken; merk; nemen; opmaken; scheppen; schudden; sluiten; stellen; treffen; trekken; verdienen; verrichten; versieren; vervaardigen; verwerken; vlechten; voeren; vormen; zetten; zich begeven