Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord make a pile

Engels	Nederlands (indirect vertaald)	Esperanto
make (bear down)	afstevenen ; koersen ; stevenen	direkti sin
make (form)	maken ; vervaardigen	fari
make (cause; get; have; bring)	doen ; laten ; maken	igi
🔗 Make them think I’m dangerous.
make (fabricate; manufacture; concoct)	aanmaken	fabriki
🔗 About 15 billion condoms are made every year and used by about 750 million people.
make	aanmaken ; maken	fari
make (render)	maken	fari
make (accrue)	verdienen	lukri
make	makelij	farmaniero
pile (crowd; heap; mass; multitude; accumulation; body; bevy)	hoop ; tas	amaso
pile (haemorrhoid; rhoid)	aambei	hemoroido
pile (heap; stack)	hoop ; stapel	stako
pile (amass; heap; pile up; stack; accumulate; collect; gather)	ophopen ; stapelen	amasigi
🔗 The longest industrial action in Deutsche Bahn’s 30‐year history will pile more pressure on Germany’s vast manufacturing sector, which is already grappling with high energy costs, supply chain delays, elevated interest rates, and weak domestic and foreign demand.
pile (cell)	element	pilo
pile (stack)	opstapelen	stakigi
🔗 Quickly he piled everything outside the door.

Engels	Nederlands
make a pile	⇆ fortuin maken
make	⇆ aanbrengen; ⇆ aanleggen; ⇆ aanmaken; ⇆ afleggen; ⇆ afsluiten; ⇆ begaan; ⇆ beramen; ⇆ bereiken; ⇆ bijzetten; ⇆ binden; ⇆ binnenvaren; ⇆ brengen; ⇆ doen; ⇆ doen verrichten; ⇆ fabricaat; ⇆ fabrieken; ⇆ fatsoen; ⇆ halen; ⇆ houden; ⇆ in zicht krijgen; ⇆ indienen; ⇆ inwinnen; ⇆ knopen; ⇆ laten; ⇆ leveren; ⇆ lijden; ⇆ maaksel; ⇆ makelij; ⇆ maken; ⇆ merk; ⇆ nemen; ⇆ opmaken; ⇆ scheppen; ⇆ schudden; ⇆ sluiten; ⇆ stellen; ⇆ treffen; ⇆ trekken; ⇆ verdienen; ⇆ verrichten; ⇆ versieren; ⇆ vervaardigen; ⇆ verwerken; ⇆ vlechten; ⇆ voeren; ⇆ vormen; ⇆ zetten; ⇆ zich begeven
pile	⇆ aambei; ⇆ beladen; ⇆ brandstapel; ⇆ element; ⇆ fortuin; ⇆ gebouw; ⇆ heien; ⇆ heipaal; ⇆ hoop; ⇆ hoop geld; ⇆ nop; ⇆ ophopen; ⇆ opstapelen; ⇆ paal; ⇆ pluis; ⇆ pool; ⇆ stapel; ⇆ stapelen; ⇆ tas; ⇆ tassen; ⇆ zuil