Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord hurry
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
hurry (go fast; rush; hasten; speed; hustle) | ; | |
hurry (press; urge) | ; | urĝi |
hurry (rush) | urĝiĝi | |
hurry | urĝi sin | |
hurry (hasten; zip) | ; ; | |
hurry | ; ; ; | |
in a hurry (hastily; hurriedly; in haste) | ; ; | |
hurried (hasty) | ; |
Engels | Nederlands |
---|---|
hurry | ⇆ gejaagdheid; ⇆ gejacht; ⇆ haast; ⇆ haasten; ⇆ haastige spoed; ⇆ haast maken met; ⇆ ijlen; ⇆ in allerijl brengen; ⇆ in allerijl zenden; ⇆ jachten; ⇆ opjutten; ⇆ overhaasten; ⇆ presseren; ⇆ tempo maken; ⇆ verhaasten; ⇆ zich haasten; ⇆ zich overijlen; ⇆ zich reppen |
be in a hurry | ⇆ gehaast zijn; ⇆ haast hebben; ⇆ ongeduldig zijn; ⇆ zich haasten |
hurry along | ⇆ meeslepen; ⇆ voortijlen; ⇆ voortsnellen |
hurry away | ⇆ zich wegspoeden |
hurry back | ⇆ terugsnellen |
hurry on | ⇆ doorhollen; ⇆ ijlen; ⇆ jagen; ⇆ voortijlen; ⇆ voortjagen; ⇆ voortsnellen; ⇆ zich voortspoeden |
hurry oneself | ⇆ zich haasten |
hurry over | ⇆ haast maken met |
hurry something through | ⇆ iets erdoor jagen |
hurry things on | ⇆ er vaart achter zetten |
hurry up | ⇆ aansporen; ⇆ haast maken; ⇆ spoed bijzetten; ⇆ voortmaken; ⇆ voortmaken met |
hurry up! | ⇆ haast je!; ⇆ schiet op! |
in a hurry | ⇆ gauw; ⇆ haastig; ⇆ haast‐je‐rep‐je; ⇆ hals over kop; ⇆ in de gauwigheid; ⇆ in haast; ⇆ inderhaast; ⇆ overhaast; ⇆ overhaastig; ⇆ overijld; ⇆ snel |
in my hurry | ⇆ in de gauwigheid |
not in a hurry | ⇆ niet zo heel gauw |
there is no hurry | ⇆ er is geen haast bij; ⇆ het heeft de tijd |
what’s the hurry? | ⇆ vanwaar die haast?; ⇆ waarom zo’n haast? |
hurried | ⇆ gehaast; ⇆ gejaagd; ⇆ haastig; ⇆ jachtig; ⇆ overhaast; ⇆ overhaastig; ⇆ overijld; ⇆ vierklauwens |
hurrying | ⇆ gejaag; ⇆ gejacht |
hurry‐scurry | ⇆ consternatie; ⇆ gejacht; ⇆ hals over kop; ⇆ in sneltreinvaart; ⇆ jachten; ⇆ roefroef; ⇆ verwarring; ⇆ zich reppen |