Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord fly

Nederlands/Engels
Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
(approach)
(balance; balance‐wheel)
(wing)
(hoist; hoist up; run up); ;
(steer; drive)
🔗 Then, together, hand in hand, they went to their fretting winged creatures, and so flew back to Ascolais.
deer fly
(deer ked)
European fly honeysuckle
(fly honeysuckle; dwarf honeysuckle; fly woodbine)
rode kamperfoelie
🔗 All thoughts of the sword, or the hot kettle in his hand, flew away.
fly back
pasegi
🔗 That week flew by.
fly honeysuckle
(European fly honeysuckle; dwarf honeysuckle; fly woodbine)
rode kamperfoelie
fly out at
(scold; rage at)
skoldi
fly up
;
fly woodbine
(fly honeysuckle; European fly honeysuckle; dwarf honeysuckle)
rode kamperfoelie
ichneumon fly
(ichneumon)
Spanish fly
(cantharis)
Spaanse vlieg
tsetse fly
(tsetse)
;
(cleg)
crane‐fly
(daddy‐longlegs)
dragonfly
firefly
vliegend
;
muŝbatilo
fly‐wheel
fruit‐fly
(drosophila)
🔗 Perhaps the biggest surprise for us was that animals like fruit‐flies and butterflies can choose food for their offspring that minimizes the impacts of disease in the next generation
gadfly
(horse‐fly)		;
gadfly
(bot fly)
(plant‐louse; aphid; aphis)
horse‐fly
(gadfly)		;
mayfly
meat‐fly
(bluebottle)

EngelsNederlands
fly⇆ besturen; ⇆ bevliegen; ⇆ geslepen; ⇆ gulp; ⇆ klep; ⇆ laten vliegen; ⇆ laten wapperen; ⇆ omvliegen; ⇆ onrust; ⇆ ontvluchten; ⇆ oplaten; ⇆ per vliegtuig vervoeren; ⇆ sluw; ⇆ snellen; ⇆ uitgeslapen; ⇆ vervliegen; ⇆ vlieden; ⇆ vlieg; ⇆ vliegen; ⇆ vliegen over; ⇆ vliegwiel; ⇆ vluchten; ⇆ voeren; ⇆ voorbijsnellen; ⇆ waaien; ⇆ wapperen
a fly in the ointment⇆ een haar in de soep
and pigs might fly⇆ als de kalveren op het ijs dansen
be fly to it⇆ het in de gaten hebben
deer fly⇆ herteluisvlieg
European fly honeysuckle⇆ rode kamperfoelie
fly about⇆ rondfladderen; ⇆ rondvliegen; ⇆ stuiven
fly across⇆ overvliegen
fly agaric⇆ vliegenzwam
fly a kite⇆ een balletje opgooien; ⇆ een proefballon oplaten; ⇆ een vlieger oplaten
fly apart⇆ springen; ⇆ uit elkaar spatten; ⇆ uiteenspatten; ⇆ uiteenstuiven; ⇆ uiteenvliegen
fly ash⇆ vliegas
fly at⇆ aanvliegen op; ⇆ toevliegen op
fly at higher game⇆ naar hoger streven
fly at somebody⇆ iemand aanvliegen
fly away⇆ wegvliegen
fly back⇆ terugvliegen
fly before⇆ vluchten voor
fly blind⇆ blindvliegen
fly by⇆ omvliegen; ⇆ voorbijvliegen
fly forth from⇆ ontvluchten
fly from⇆ ontvlieden; ⇆ ontvluchten; ⇆ vluchten voor
fly gauze⇆ vliegengaas
fly honeysuckle⇆ rode kamperfoelie
fly in the face of⇆ ingaan tegen; ⇆ trotseren
fly into a passion⇆ driftig worden; ⇆ in toorn ontsteken; ⇆ kwaad worden; ⇆ nijdig worden; ⇆ woedend worden; ⇆ zich driftig maken; ⇆ zich kwaad maken
fly into a rage⇆ in toorn ontsteken; ⇆ woedend worden
fly off⇆ afspringen; ⇆ afstuiven; ⇆ wegvliegen
fly off the handle⇆ opstuiven
fly on⇆ voortvliegen
fly out⇆ opstuiven; ⇆ opvliegen; ⇆ uitvallen; ⇆ uitvaren; ⇆ uitvliegen
fly out at⇆ uitkafferen; ⇆ uitvallen tegen; ⇆ uitvaren tegen; ⇆ uitveteren
fly out at somebody⇆ iemand uitfoeteren
fly over⇆ overvliegen
fly round⇆ rondvliegen
fly through⇆ doorvliegen
fly to arms⇆ te wapen snellen
fly up⇆ opstuiven; ⇆ opvliegen
fly woodbine⇆ rode kamperfoelie
get off to a flying start⇆ zeer goed beginnen
he can go fly a kite!⇆ hij kan de pip krijgen!
heel fly⇆ horzel
how time flies!⇆ waar blijft de tijd!
ichneumon fly⇆ sluipwesp
I must fly⇆ ik moet er vandoor
I wish I were a fly on the wall⇆ ik wou dat ik stiekem kon meeluisteren
let fly⇆ afschieten; ⇆ laten schieten; ⇆ vieren
let fly at⇆ ervan langs geven
louse fly⇆ luisvlieg
not hurt a fly⇆ geen vlieg kwaad doen
send something flying⇆ iets omgooien
Spanish fly⇆ Spaanse vlieg
the bird is flown⇆ de vogel is gevlogen
there are no flies on him⇆ hij is bij de pinken; ⇆ hij is niet op zijn achterhoofd gevallen; ⇆ hij is niet van gisteren
tsetse fly⇆ tseetseevlieg
warble fly⇆ horzel
when pigs fly⇆ als de kalveren op het ijs dansen
barfly⇆ kroegtijger
butterfly⇆ dagvlinder; ⇆ kapel; ⇆ kapelletje; ⇆ vlinder
cleg‐fly⇆ regendaas
crane‐fly⇆ langpootmug
dragonfly⇆ glazenwasser; ⇆ juffer; ⇆ libel; ⇆ waterjuffer
drone‐fly⇆ bromvlieg
firefly⇆ glimworm; ⇆ lichtkever; ⇆ vuurvliegje
flesh‐fly⇆ brommer; ⇆ bromvlieg; ⇆ vleesvlieg
flies⇆ gulp; ⇆ toneelzolder
fly‐away⇆ frivool; ⇆ los; ⇆ loshangend; ⇆ wispelturig; ⇆ wuft
fly‐blow⇆ bederven; ⇆ vliegeëi
fly‐blown⇆ door vliegen bevuild
fly‐by‐night⇆ boemelaar; ⇆ louche; ⇆ onbetrouwbaar
flycatcher⇆ vliegenvanger
fly‐flap⇆ vliegemepper
fly‐flapper⇆ vliegemepper
flying⇆ vliegend; ⇆ vliegwezen
fly‐leaf⇆ schutblad
flyman⇆ toneelknecht
fly‐net⇆ vliegennet
fly‐nut⇆ vleugelmoer
fly‐over⇆ ongelijkvloerse kruising; ⇆ ongelijkvloerse wegkruising; ⇆ viaduct
flypaper⇆ vliegenpapier; ⇆ vliegenvanger
fly‐past⇆ luchtparade
fly‐poison⇆ vliegenvergif
fly‐sheet⇆ pamflet
fly‐swatter⇆ vliegeklap; ⇆ vliegeklapper; ⇆ vliegemepper
fly‐trap⇆ vliegenvanger
flyweight⇆ vlieggewicht
fly‐wheel⇆ vliegwiel
fruit‐fly⇆ bananevlieg; ⇆ fruitvlieg
gadfly⇆ brems; ⇆ bremze; ⇆ horzel; ⇆ paardehorzel; ⇆ steekvlieg
gall‐fly⇆ galwesp
greenfly⇆ bladluis; ⇆ plantluis
horse‐fly⇆ daas; ⇆ paardehorzel; ⇆ paardevlieg; ⇆ regendaas
house‐fly⇆ huisvlieg
hoverfly⇆ zweefvlieg
mayfly⇆ eendagsvlieg; ⇆ haft
meat‐fly⇆ aasvlieg; ⇆ vleesvlieg
tent‐fly⇆ tentluifel