Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord change one’s mind
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
; zich bedenken | ŝanĝi sian opinion | |
🔗 What made you change your mind? | ||
(variation; fluctuation; variance; varying) | ||
(amend) | ; | |
(alter; convert; shift) | ; | |
🔗 Something had changed. | ||
(alteration; conversion; transformation) | ; | |
(about‐face; alteration; conversion; transformation; shift) | ; ; | |
🔗 Perl has gone through many changes since the time Larry Wall conceived it. | ||
(interchange; swap; exchange; share; switch; trade) | ; ; ; ; | |
(small money) | ; ; | |
🔗 But now if you’ll pardon me, I want to change. | ||
(alter; convert; turn; shift) | ||
🔗 But that doesn’t change the fact that when you break those rules, you open Pandora’s box. | ||
🔗 The bitwise negation changes 1s to 0s and 0s to 1s in the binary representations of the operands. | ||
(intellect) | ; | |
; | ||
🔗 They exist only in your mind. | ||
(observe; comply; mark; respect; watch; abide by) | ; ; ; ; ; ; | |
(pay attention; pay attention to; heed; watch out; be attentive; be attentive to; take notice of) | ; ; ; passen op | |
(take offence; pout; sulk) | ; gekwetst worden ; zich beledigd voelen | ofendiĝi |
(spirit; genie) |
Engels | Nederlands |
---|---|
change one’s mind | ⇆ tot andere gedachten komen; ⇆ van gedachten veranderen; ⇆ van gedachte veranderen; ⇆ zich bedenken; ⇆ zich bezinnen |
change | ⇆ afwisseling; ⇆ een schone luier omdoen; ⇆ inwisselen; ⇆ inwisseling; ⇆ kentering; ⇆ kleingeld; ⇆ mutatie; ⇆ ommekeer; ⇆ omruilen; ⇆ omslaan; ⇆ omwisselen; ⇆ overgang; ⇆ overstappen; ⇆ pasgeld; ⇆ pasmunt; ⇆ ruilen; ⇆ ruilen van; ⇆ schoon goed; ⇆ veranderen; ⇆ veranderen van; ⇆ verandering; ⇆ verkeren; ⇆ verruilen; ⇆ verschonen; ⇆ verversen; ⇆ verwisselen; ⇆ verwisselen van; ⇆ verwisseling; ⇆ wisselen; ⇆ zich omkleden; ⇆ zich verkleden |
mind | ⇆ acht slaan op; ⇆ bedenken; ⇆ bezwaar hebben; ⇆ bezwaar hebben tegen; ⇆ brein; ⇆ denken om; ⇆ er bezwaar tegen hebben; ⇆ er iets op tegen hebben; ⇆ er wat om geven; ⇆ gedachten; ⇆ geest; ⇆ gemoed; ⇆ geven om; ⇆ gevoelen; ⇆ gezindheid; ⇆ het erg vinden; ⇆ het goed vinden; ⇆ let wel; ⇆ letten op; ⇆ lust; ⇆ mening; ⇆ neiging; ⇆ op zijn tellen passen; ⇆ opinie; ⇆ oppassen; ⇆ passen op; ⇆ trek; ⇆ verstand; ⇆ zich herinneren; ⇆ zich het aantrekken; ⇆ zich in acht nemen; ⇆ zich storen aan; ⇆ zin; ⇆ zorgen voor |