Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord kleingeld
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(pasgeld; pasmunt; wisselgeld) | ||
🔗 Hij groef in zijn broekzak op zoek naar kleingeld en overwoog om gerechtigheid te zoeken via een telefooncel die geen doorgesneden snoer had of een met kauwgom dichtgestopte gleuf. | ||
(poen; centen; pegels) | ; dough | |
🔗 Geld speelt geen rol! | ||
(luttel; min; gering) | ; | |
🔗 De kleine man vloekte. | ||
minor | minora | |
🔗 Ga jij vliegen met kleine kinderen? | ||
🔗 Een kleine groep Nepalezen vecht aan Oekraïense zijde. | ||
🔗 De kleine waarde van de gravitatieconstante verklaart waarom er tussen voorwerpen in het dagelijks leven geen aantrekkingskracht wordt waargenomen. |
Nederlands | Engels |
---|---|
kleingeld | ⇆ change; ⇆ chicken‐feed; ⇆ loose change; ⇆ small change; ⇆ small coin |
geld | ⇆ bankroll; ⇆ cash; ⇆ coin; ⇆ dough; ⇆ fee; ⇆ funds; ⇆ lucre; ⇆ money; ⇆ pelf |
klein | ⇆ small‐time; ⇆ baby; ⇆ bare; ⇆ cheap; ⇆ cramped; ⇆ diminutive; ⇆ exiguous; ⇆ little; ⇆ minor; ⇆ minute; ⇆ narrow; ⇆ nominal; ⇆ petty; ⇆ puny; ⇆ small; ⇆ tiny; ⇆ wee; ⇆ weeny; ⇆ scrubby; ⇆ short; ⇆ tiddly; ⇆ slight; ⇆ vest‐pocket |