Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord narrow

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
; ; ; ;
🔗 Hardon stood now in the narrow aperture.
(close; cramped);
(constrict)
malvastigi
(define; determine; pinpoint; state)
nader bepalen
; ;
marĝeneta
(Strait of Dover; Dover Strait; Straits of Dover)
🔗 Since widely separated landings could not be protected, the only solution he could offer was that the landing be confined to the protectable Dover Narrows.
narrow‐leaved
smalbladig
(exactly; sharp; accurately; faithfully; precisely); ; ; ; ; ;
🔗 More narrowly, three stages of Middle Indo‐Aryan may be distinguished.

EngelsNederlands
narrow bekrompen; benepen; beperkend; beperkt; eng; geborneerd; gierig; inkrimpen; klein; krap; letterlijk; nauw; nauwer worden; nauwkeurig; nipt; smal; verengen; verlopen; vernauwen; versmallen; zich vernauwen; zich versmallen
by a narrow margin nipt; op het nippertje; ternauwernood
follow the straight and narrow op het rechte pad blijven
have a narrow escape de dans ontspringen; door het oog van een naald kruipen; ternauwernood ontkomen
in the narrow sense in engere zin
it was a narrow shave het was op het kantje af
narrow down doen slinken; verminderen
narrow gauge smalspoor
narrow majority krappe meerderheid
the Narrow Seas het Engelse Kanaal en de Ierse Zee
narrow‐brimmed met een smalle rand
narrowing vernauwing; versmalling
narrow‐leaved smalbladig
narrowly bekrompen; eng; krap; krapjes; nauw; op het kantje af; smal; ternauwernood
narrow‐minded bekrompen; enghartig; geborneerd; kleinburgerlijk; kleingeestig
narrowness engheid; engte; smalheid; smalte
narrows <de smalste plaats van een zeeëngte>; nauwe doorgang; nauwte