Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord pasmunt
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(kleingeld; pasgeld) | ; small money | |
🔗 Schep dit mengsel op de sla en strooi er een beetje munt over. | ||
(geldstuk; muntstuk) | ||
🔗 Waarom houd je die munt niet? | ||
(muntsoort; valuta) | ||
🔗 Sinds het begin van dit jaar is de Turkse munt 17 procent in waarde gezakt. | ||
(betamen; voegen) | befit | |
🔗 Het past voor mannen van mijn en uw soort niet langer samen te reizen dan noodzakelijk is. | ||
esti laŭmezura | ||
🔗 De ene helft van zijn gezicht paste niet bij de andere. | ||
(betamen; conveniëren; gelegen komen; schikken; uitkomen; voegen) | ; | |
(aanpassen) | ; ; ; ; ; ; assay ; | |
sidi bone | ||
(aanpassen) | try on | surprovi |
(aanpassen) | try on | vesti prove |
Nederlands | Engels |
---|---|
pasmunt | ⇆ change; ⇆ small money |
munt | ⇆ coin; ⇆ coinage; ⇆ currency; ⇆ mint; ⇆ money; ⇆ coins |
passen | ⇆ become; ⇆ befit; ⇆ behove; ⇆ beseem; ⇆ dovetail; ⇆ fit; ⇆ fit on; ⇆ fitting; ⇆ pass; ⇆ resign; ⇆ suit; ⇆ try on; ⇆ be convenient |