English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word that’s what it says

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
🔗 It was just the way I said.
(hey)
zeg
he
(read)
(for example; for instance; e.g.; i.e.)
ni diru
(participation)
kundecidpovo
(tell);
🔗 Then we heard the mass and the priest said to say a prayer for the pope.

EnglishDutch
that’s what it says dat is wat er staat; zo staat het er
say bidden; bijvoorbeeld; inspraak; laten we zeggen; medezeggenschap; opzeggen; pakweg; spreken; zeg; zegge; zeggen; zeggenschap