English–Dutch dictionary
Dutch translation of the English word schoolbag
English | Dutch (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
schoolbag | schooltas | |
schoolbag | ||
(sack; sac; pouch) | ; | |
(bale; package) | ; | |
(catch; grapple; captivate; grab; seize; trap; apprehend; grasp; snare) | ||
(prey; capture; quarry) | ||
🔗 Tom reached school ahead of time. | ||
(scholastic) | lerneja | |
English | Dutch |
---|---|
schoolbag | ⇆ schooltas |
bag | ⇆ baal; ⇆ buidel; ⇆ builtje; ⇆ buitmaken; ⇆ colli; ⇆ collo; ⇆ flodderen; ⇆ geschoten wild; ⇆ hoog van de toren blazen; ⇆ in zakken doen; ⇆ in zijn zak steken; ⇆ koffer; ⇆ opzakken; ⇆ pak; ⇆ pikken; ⇆ schieten; ⇆ slobberen; ⇆ slodderen; ⇆ tableau; ⇆ tas; ⇆ uier; ⇆ uitweiden; ⇆ vangen; ⇆ vangst; ⇆ weitas; ⇆ weten de bemachtigen; ⇆ zak; ⇆ zakken; ⇆ zakkerig zitten; ⇆ zwellen |
school | ⇆ de les lezen; ⇆ dresseren; ⇆ faculteit; ⇆ hogeschool; ⇆ leerschool; ⇆ leervertrek; ⇆ oefenen; ⇆ onderwijzen; ⇆ richting; ⇆ scholen; ⇆ scholen vormen; ⇆ school; ⇆ schoolgebouw; ⇆ schoollokaal; ⇆ schooltijd; ⇆ vermanen |