English–Dutch dictionary
Dutch translation of the English word record holder
English | Dutch (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
recordholder | ||
holder (socket; sheath) | ||
holder (owner) | ; | |
(antecedents) | ||
(register; enrol; keep) | ; ; ; ; | |
🔗 He kept her chained and abused her while recording everything on video. | ||
(register; account book; inventory) | ; ; | |
(entry) | ; | |
record‐ | ||
🔗 The cost of living is high in the West African state with inflation hitting a record 54 percent in December, the highest in 21 years. | ||
(enter; note) | ; | |
English | Dutch |
---|---|
record holder | ⇆ recordhouder |
holder | ⇆ aandeelhouder; ⇆ aanpakkertje; ⇆ aanvattertje; ⇆ bekleder; ⇆ bezitter; ⇆ etui; ⇆ glaasje; ⇆ handgreep; ⇆ houder; ⇆ pannelap; ⇆ pijpje; ⇆ reservoir; ⇆ titularis |
record | ⇆ aangeven; ⇆ aantekenen; ⇆ aantekening; ⇆ afschrift; ⇆ antecedenten; ⇆ boeken; ⇆ boekstaven; ⇆ gedenkschrift; ⇆ gedenkteken; ⇆ getuigenis; ⇆ grammofoonplaat; ⇆ melding maken van; ⇆ opname; ⇆ opnemen; ⇆ optekenen; ⇆ optekening; ⇆ plaat; ⇆ record; ⇆ record‐; ⇆ registreren; ⇆ staat van dienst; ⇆ te boek stellen; ⇆ topprestatie; ⇆ uitbrengen; ⇆ vastleggen; ⇆ verhalen; ⇆ verleden; ⇆ vermelden |