English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word push

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
puŝekfunkciigi
(thrust; poke); ;
🔗 She pushed aside the hanging.
(thrust; poke); ; ; ;
(promote; spread; propagate)
propaganda maken voor
; ; ;
; ;
puŝadi
(offensive)
🔗 The push towards the Russian‐occupied city of Cherson is perhaps the most ambitious.
be hard pushed for
(be pushed for)
nepre bezoni
be pushed for
(be hard pushed for)
nepre bezoni
get the push
(quit; resign; back out; step down; get the bag; get the boot; get the bounce; get the mitten; get the sack)
give the push
(discharge; dismiss; fire; sack; oust; remove; expel; jilt; bounce; chuck; ditch; send packing; give the sack; give the boot; give the mitten)
push down
(knock off; push off; thrust down)
depuŝi
push for
(stand up for; strive for; work hard towards)
push off
(knock off; push down; thrust down)
depuŝi
push on
(shove on)
alŝovi
bell‐push
(bell‐button)
push‐button
(button)
push‐pin

EnglishDutch
push aanduwen; dealen; douw; douwen; drang; drijven; dringen; druk; drukken op; drukknop; duw; duwen; energie; handelen in; hort; knop; offensief; pousseren; pushen; schuiven; stomp; stompen; stoot; stootje; stoten; stoten aan; stoten tegen; stuwkracht; toeduwen; toets; vasthouden aan; voorschuiven; zet; zetje
at a push in geval van nood
be hard pushed for verlegen zitten om
be hard pushed to ternauwernood kunnen
be pushed for een tekort hebben aan; verlegen zitten om
be pushed for time in tijdnood zitten
get the push de bons krijgen
give something a push aan iets stoten
give the push de bons geven
make a push for home zo gauw mogelijk thuis zien te komen
make a push for the town de stad zien te bereiken
push around koeioneren; ringeloren
push aside opzij duwen
push away verdringen; wegduwen
push back terugdringen; terugduwen; terugstoten
push boat duwboot
push down afstoten; neerduwen; omstoten; omverstoten
push for doorlopen naar; op zoek zijn naar; oprukken naar; rijden naar; roeien naar; zich hardmaken voor
push for an answer aandringen op een antwoord
push forth roots wortel schieten
push forward pousseren; vaart zetten achter; voortrukken; vooruitschuiven
push from shore van wal steken
push in indrukken; induwen; inschuiven; zich indringen; zich opdringen
push key druktoets
push moraine stuwwal
push off afduwen; afschuiven; afsteken; afstoten; afzetten; opstappen; vertrekken
push on aanschuiven; aanzetten; doormarcheren; doortasten; pousseren; verder roeien; voortduwen; voorthelpen; voortrukken; voortschuiven; vooruitschoppen
push oneself forward naar voren dringen; zich naar voren dringen
push one’s luck te veel op zijn geluk vertrouwen
push one’s way zich een weg banen; zich pousseren
push one’s way in zich indringen; zich opdringen
push one’s way through dringen door; zich een weg banen door
push on with it ermee doorgaan; ermee voortmaken
push open openstoten
push out into the sea in zee steken
push over omstoten; omverduwen
push somebody hard iemand het vuur na aan de schenen leggen
push somebody on to iemand aanzetten tot
push something aan iets stoten
push something over to somebody iemand iets toeschuiven
push through doordrijven; doordrukken; doorzetten; dóórstoten; klaarspelen
push to drijven tot
push up opschuiven; opstuwen
they’ll be hard pushed to het zal moeilijk voor ze worden om
bell‐push belknop; belknopje
push‐bike trapfiets
push‐button drukknop
push‐cart handkar; handwagen
push‐chair wandelwagen; wandelwagentje
pusher dealer; doordouwer; drugshandelaar; pal; schuivertje; streber
pushful aanmatigend; te ambitieus; zich op de voorgrond dringend
pushing aanmatigend; duwend; dynamisch; energiek; geduw; ondernemend; stotend; te ambitieus; voortvarend; vooruitstrevend; zich op de voorgrond dringend
push‐pin duimspijker; punaise
push‐up opdrukoefening; push‐up
pushy aanmatigend; te ambitieus; zich op de voorgrond dringend