Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word wortel schieten

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
wortel schieten
(aanslaan)
enradikiĝi
(vuren);
🔗 Toen was hij klaar om te schieten.
(schietpartij; vuren);
🔗 Op die manier ging er een uur voorbij met schieten.
kiki
🔗 Els schoot vervolgens meteen de bal in het doel—0–3.
(radix)
(peen)
🔗 Vier telers en verkopers van wortelen krijgen samen ruim 2,5 miljoen euro boete vanwege ongeoorloofde afspraken over het verdelen van de markt.
;
radix
🔗 Bladeren en wortels ontbreken.

DutchEnglish
wortel schieten push forth roots; radicate; root; strike
schieten bag; bang; biff; cannon; dart; fire; flash; gun; pound; shoot; rush; send; shooting; sweep; whisk; dash
wortel carrot; radical; radix; root