English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word pronounce

English	Dutch (translated indirectly)	Esperanto
pronounce (declare; state; profess; adjudge)	verklaren	deklari
🔗 He was taken to Massachusetts General Hospital, where he was pronounced dead, the district attorney’s office said.
pronounce	uitspreken	prononci
🔗 It is pronounced the way it is written.
pronouncement (declaration; proclamation; statement; ruling)	verklaring	deklaro
pronunciation	uitspraak	fonetismo
pronunciation	uitspraak	prononco
🔗 Where Latin examples of pronunciation are given, say them over to yourself several times for practice.

English	Dutch
pronounce	⇆ uitbrengen; ⇆ uitspreken; ⇆ verklaren; ⇆ zeggen; ⇆ zich uitspreken
pronounce a verdict	⇆ een vonnis uitspreken
pronounce for	⇆ zich verklaren voor
pronounce in favour of	⇆ zich verklaren voor
pronounce on	⇆ zijn mening geven over
pronounce sentence	⇆ een vonnis vellen; ⇆ uitspraak doen
pronounce the absolution	⇆ de absoute verrichten
mispronounce	⇆ verkeerd uitspreken
pronounceable	⇆ uit te spreken
pronounced	⇆ beslist; ⇆ duidelijk kenbaar; ⇆ geprononceerd; ⇆ uitgesproken
pronouncement	⇆ uitspraak; ⇆ verklaring
pronouncing	⇆ uitspraak‐; ⇆ uitspreken
pronunciation	⇆ uitspraak