English–Dutch dictionary
Dutch translation of the English word partner exchange
English | Dutch (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(swap; switch) | ; ; uitwisseling ; verruiling | |
(stock‐exchange; bourse; market; stockmarket; ’change; stock exchange) | ||
🔗 In July, the exchange said non‐residents from countries that have not imposed sanctions would be permitted to trade on its stock and derivatives markets from August 8. | ||
(interchange; swap; change; share; switch; trade) | ; ; ; ; ; ; | |
🔗 Rand exchanged looks with Mat and Perrin. | ||
(associate) | ; | |
(associate; collaborator) | ||
🔗 Additionally, in cultures with more traditional gender rôles, women may feel uncomfortable demanding that their partners use condoms. |
English | Dutch |
---|---|
partner exchange | ⇆ partnerruil |
exchange | ⇆ beurs; ⇆ centrale; ⇆ deviezen; ⇆ inruilen; ⇆ inwisselen; ⇆ inwisseling; ⇆ koopmansbeurs; ⇆ omruilen; ⇆ omwisseling; ⇆ ruil; ⇆ ruilen; ⇆ ruilen van; ⇆ ruiling; ⇆ ruilverkeer; ⇆ schermutseling; ⇆ telefooncentrale; ⇆ uitwisselen; ⇆ uitwisseling; ⇆ valuta; ⇆ verruilen; ⇆ verruiling; ⇆ verwisselen; ⇆ verwisseling; ⇆ wisselen; ⇆ wisseling; ⇆ wisselkoers; ⇆ woordenwisseling |
partner | ⇆ associé; ⇆ compagnon; ⇆ dansgenoot; ⇆ de partner zijn van; ⇆ deelgenoot; ⇆ deelhebber; ⇆ deelnemer; ⇆ firmant; ⇆ gezel; ⇆ gezellin; ⇆ maat; ⇆ makker; ⇆ medespeler; ⇆ partner; ⇆ tafeldame; ⇆ tafelheer; ⇆ ter zijde staan; ⇆ vennoot; ⇆ vriend; ⇆ vrind |