English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word out‐of‐date

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
out of date
(old‐fashioned; outmoded; antiquated; backward)
;
uit de tijd
;
verouderd
;
; ;
🔗 It is also used in dates.
(appointment; rendez‐vous)
(date‐palm)

EnglishDutch
out‐of‐date ouderwets; verouderd
out of date achterhaald; niet meer gangbaar; ouderwets; passé; uit de tijd; verouderd
date afspraak; afspraakje; dadel; dadelpalm; dagtekenen; dagtekening; dateren; datering; datum; de oudersdom vaststellen; duur; een afspraakje hebben met; een afspraakje maken; ingaan; jaartal; knul; leeftijd; meisje; stammen; uitgaan; uitgaan met; verouderen; vriendinnetje; vriendje