Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word dadel

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
🔗 Peinzend at mevrouw Oliver nog een dadel.
(dadelpalm)
date‐palm
;
🔗 De 13e had men Mokka in het zicht, dat in een ring van verwoeste muren scheen te liggen, onder groene dadelbomen.
date‐palm
;
🔗 Hij sloeg het pad in tussen de herberg en de tuin vol dadelpalmen, maar stopte niet bij de poort.
persimmon
;
date‐plum

DutchEnglish
dadel date
dadelboom date‐tree
dadelolie date‐oil
dadelpalm date; date‐palm
dadelpruim date‐plum; persimmon