English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word harmony

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
harmony
harmony
(concord; consonance; agreement)
harmonious
;
harmonious
(concordant)
harmonize
(fit together; accord; match; get along)
;

EnglishDutch
harmony eendracht; eensgezindheid; eenstemmigheid; gelijkgezindheid; harmonie; overeenstemming
be in harmony with overeenstemmen met
in harmony eensgezind
in harmony with in overeenstemming met
disharmony disharmonie
harmonious eendrachtig; harmonieus; harmonisch; harmoniërend; overeenstemmend; welluidend
harmonize doen harmoniëren; gelijkschakelen; harmoniseren; harmoniëren; in overeenstemming brengen; overeenstemmen; samenklinken; samenstemmen