Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word samenstemmen

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(tezamen)
jointly
;
🔗 Die mensen doen werkelijk alles samen.
(aaneen; bijeen; tezamen; bij elkaar; saam; gezamenlijk)
🔗 Wie had Charles en Allen ooit samen gezien?
(balloteren; kiezen); ;
🔗 Ga je weer stemmen, pa?
;
voting
;

DutchEnglish
samenstemmen chime together; harmonize; tune
samen together; in tandem
stemmen ballot; dispose; divide; key the strings; pitch; poll; vote; tone; tune; tune up; voice; voting; key; pass