English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word glass

Dutch/English
English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(tumbler)
🔗 He poured red wine into a glass.
vitra
🔗 Plain curtains hid the interior, but the glass in the windows was so poor she doubted she could have seen anything clearly with the curtains drawn.
glass fibre
(fibreglass)
sherry glass
ŝereglaso
eye‐glasses
(glasses; spectacles)		;
fibreglass
(glass fibre)
field‐glass
(spy‐glass)		;
flint‐glass
(spectacles; eye‐glasses)
(greenhouse);
🔗 Spain and Morocco do not heat their glasshouses to a large extent, but delivery to the UK in chilled lorries adds time and cost.
glassware
;
glassy
(vitreous)		;
vitreca
hourglass
looking‐glass
(mirror)
magnifying‐glass
;
plate‐glass
spiegelglas
rain‐glass
(barometer; weather‐glass)
spy‐glass
(field‐glass)		;
water‐glass
alkalia silikato
weather‐glass
(barometer)
wine‐glass

EnglishDutch
glass⇆ barometer; ⇆ glaasje; ⇆ glas‐; ⇆ glas; ⇆ glazen; ⇆ kijker; ⇆ spiegel; ⇆ van glas voorzien; ⇆ verrekijker; ⇆ weerglas
blow glass⇆ glasblazen
bullet‐proof glass⇆ kogelvrij glas; ⇆ pantserglas
champagne glass⇆ champagneglas
clear as glass⇆ glashelder
frosted glass⇆ ijsglas; ⇆ matglas
glass bell⇆ stolp
glass case⇆ vitrine
glass eye⇆ glasoog; ⇆ glazen oog
glass fibre⇆ glasfiber; ⇆ glasvezel
glass mineral wool⇆ glaswol
ground glass⇆ matglas
grow under glass⇆ onder glas kweken
milk glass⇆ matglas
Muscovy glass⇆ muscoviet
raise one’s glass⇆ het glas heffen
sherry glass⇆ sherryglas
shot glass⇆ borrelglas
smoked glass⇆ rookglas
soluble glass⇆ waterglas
stained glass⇆ gebrandschilderd glas; ⇆ gekleurd glas
wired glass⇆ draadglas; ⇆ gewapend glas
wire glass⇆ draadglas
bell‐glass⇆ glazen stolp; ⇆ klok; ⇆ stolp
burning‐glass⇆ brandglas
cheval‐glass⇆ psyché; ⇆ toiletspiegel
dressing‐glass⇆ kapspiegel; ⇆ toiletspiegel
eye‐glasses⇆ face‐à‐main; ⇆ lorgnet
fibreglass⇆ fiberglas; ⇆ glasvezel
field‐glass⇆ veldkijker
flint‐glass⇆ flintglas
gauge‐glass⇆ peilglas
gin‐glass⇆ jeneverglas
glass‐blower⇆ glasblazer
glass‐blowing⇆ glasblazen
glass‐cutter⇆ glassnijder
glasses⇆ bril; ⇆ glaswerk; ⇆ lorgnet
glass‐furnace⇆ glasblazerij; ⇆ glasoven
glass‐grinder⇆ glasslijper
glasshouse⇆ broeikas; ⇆ kas; ⇆ serre
glasslike⇆ glasachtig
glass‐painter⇆ glasschilder; ⇆ glazenier
glass‐painting⇆ glasschilderen
glass‐paper⇆ glasschuurpapier
glassplate⇆ glasplaat
glass‐trade⇆ glashandel
glassware⇆ glaswaar; ⇆ glaswerk
glasswool⇆ glaswol
glass‐work⇆ glaswerk
glass‐works⇆ glasblazerij; ⇆ glasfabriek
glasswort⇆ zeekraal
glassy⇆ glasachtig; ⇆ glas‐; ⇆ glazen; ⇆ glazig; ⇆ spiegelglad
glazy⇆ glanzend; ⇆ glasachtig
hand‐glass⇆ handspiegel; ⇆ loep; ⇆ vergrootglas
hourglass⇆ uurglas; ⇆ zandloper
lamp‐glass⇆ lampeglas
liqueur‐glass⇆ likeurglaasje
looking‐glass⇆ spiegel
magnifying‐glass⇆ loep; ⇆ vergrootglas
measuring‐glass⇆ maatbeker; ⇆ maatglas
object‐glass⇆ objectief
plate‐glass⇆ spiegelglas
rain‐glass⇆ barometer; ⇆ weerglas
safety‐glass⇆ veiligheidsglas
sand‐glass⇆ zandloper
shaving‐glass⇆ scheerspiegel
spectacle‐glass⇆ brilleglas
spy‐glass⇆ handverrekijker; ⇆ kijker; ⇆ verrekijker
toilet‐glass⇆ kapspiegel
watch‐glass⇆ horlogeglas
water‐glass⇆ waterglas
weather‐glass⇆ barometer; ⇆ weerglas
window‐glass⇆ vensterglas
wine‐glass⇆ wijnglas