Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word bril

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
;
spectacles
🔗 Hij trad achteruit en veegde hevig bewogen zijn bril schoon.
toilet seat
🔗 Binnen is een hokje met daarin een onfris uitziend toilet zonder bril.
spectacled bear
;
Andean bear
;
Andean short‐faced bear
wear glasses
porti okulvitrojn
(cobra)
cobra
(pince‐nez)
pince‐nez
🔗 Hij schoof zijn knijpbril omhoog en staarde bijziende naar de linkerklok.
(bril)
toilet seat

DutchEnglish
bril barnacles; blinkers; glasses; goggles; pair of spectacles; seat; specs; spectacles
het leven door een roze bril bekijken see life through rose‐coloured spectacles
brilbeer Andean bear; Andean short‐faced bear; spectacled bear
brilledoos spectacle‐case
brilleglas spectacle‐glass
brillekoker spectacle‐case
brillen wear spectacles
brilmontuur spectacle‐frame
brilslang cobra; hooded snake
dubbelfocusbril bifocal glasses
duikbril diving goggles
gebrild spectacled
knijpbril pince‐nez; nose‐nippers
motorbril motoring goggles
sneeuwbril snow‐goggles
stofbril goggles
toiletbril toilet seat
uilebril horn‐rimmed spectacles; horn‐rimmed glasses