English–Dutch dictionary
Dutch translation of the English word drain‐ditch
English | Dutch (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(moat) | ; | |
(discharge; dismiss; fire; sack; oust; remove; expel; jilt; bounce; chuck; give the push; send packing; give the sack; give the boot; give the mitten) | ||
drain (drip down; trickle down) | ||
drain | ; ; ; ; | |
drain | dreniĝi | |
drain (water‐pipe) | waterslang | |
drain (concentrate) | ||
drain (drain‐pipe) |
English | Dutch |
---|---|
drain‐ditch | ⇆ afwateringsgreppel |
ditch | ⇆ de bons geven; ⇆ dumpen; ⇆ gracht; ⇆ greppel; ⇆ lozen; ⇆ sloot; ⇆ sloten graven |
drain | ⇆ aderlating; ⇆ afdruipen; ⇆ aftappen; ⇆ afvloeien; ⇆ afvoerbuis; ⇆ afvoerkanaal; ⇆ afvoerpijp; ⇆ afwateren; ⇆ afwatering; ⇆ bemalen; ⇆ drain; ⇆ draineren; ⇆ droogleggen; ⇆ droogmaken; ⇆ goot; ⇆ greppel; ⇆ laten afdruipen; ⇆ laten leeglopen; ⇆ laten wegvloeien; ⇆ leegpompen; ⇆ lozen; ⇆ onttrekking; ⇆ ontwateren; ⇆ opdrinken; ⇆ riool; ⇆ spuien; ⇆ uitdrinken; ⇆ uitdruipen; ⇆ uitlekken; ⇆ uitmalen; ⇆ uitputting; ⇆ waterlozing; ⇆ weglopen; ⇆ wegstromen; ⇆ wegvloeien |