English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word credit‐worthy

English	Dutch (translated indirectly)	Esperanto
credit‐worthy	kredietwaardig	kreditinda
credit	credit ; creditzijde ; krediet	kredito
credit	crediteren ; te goed houden	krediti
credit	krediet verschaffen	kreditigi
credit (blame; hold against; impute; ascribe; attribute)	aanrekenen	imputi
🔗 But security researchers told Al Jazeera that the abductions are driven by the church’s capacity to make ransom payments, not religious factors, except in the cases credited to Boko Haram and its affiliates.
credit‐worthiness (credibility)	geloofwaardigheid	kredindeco
🔗 The lowering of its outlook does not automatically mean the ratings agency will downgrade China’s credit‐worthiness, but it increases the chances.
worthy (deserving; worthwhile; worth)	waardig	inda
🔗 You have proved yourself worthy.
worthy (brave; valiant; gallant; valorous; good; honest; staunch; stallwart; above‐deck)	braaf	brava

English	Dutch
credit‐worthy	⇆ geaccrediteerd; ⇆ kredietwaardig
credit	⇆ aanrekenen; ⇆ credit; ⇆ crediteren; ⇆ creditzijde; ⇆ eer; ⇆ ere; ⇆ geloof; ⇆ geloven; ⇆ gezag; ⇆ goede naam; ⇆ invloed; ⇆ krediet; ⇆ reputatie; ⇆ te goed houden
credit‐worthiness	⇆ kredietwaardigheid
worthy	⇆ braaf; ⇆ waard; ⇆ waardig