Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word krediet

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(credit; creditzijde)
credit
🔗 Zorg dat hij nergens krediet krijgt!
bank credit
discredit
letter of credit

DutchEnglish
krediet appropriation; credit; trust
consumptief krediet consumer credit
krediet op korte termijn short‐term credit
krediet op lange termijn long‐term credit
op krediet on credit
bankkrediet bank credit
diskrediet discredit
handelskrediet trade credit
kredietbank credit bank
kredietbeperking credit squeeze
kredietbrief letter of credit
kredietinstelling credit establishment
kredietstatus credit rating
kredietverzekeraar credit insurer
kredietwaardig credit‐worthy
landbouwkrediet agricultural credit
ontwikkelingskrediet development credit