English–Dutch dictionary
Dutch translation of the English word cooperate
English | Dutch (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(collaborate; work together) | ; | |
🔗 And the assumption that Papadopoulos is cooperating with the FBI’s Russia probe stirred even more unease among Trump’s allies. | ||
🔗 It might be a mistake not to cooperate with him. | ||
cooperation (collaboration; involvement) | ||
cooperative (co‐op) | ||
cooperative | ||
(control; work; enable; implement; actuate) | ||
(process) | ||
operate | ||
🔗 The Ukrainian air force has continued to operate despite Russian air superiority. |
English | Dutch |
---|---|
cooperate | ⇆ coöpereren; ⇆ medewerken; ⇆ meewerken; ⇆ samenwerken; ⇆ zijn medewerking verlenen |
cooperation | ⇆ coöperatie; ⇆ medewerking; ⇆ samenwerking; ⇆ samenwerkingsverband |
cooperative | ⇆ coöperatie; ⇆ coöperatief; ⇆ coöperatieve winkel; ⇆ medewerkend; ⇆ meewerkend; ⇆ samenwerkend |
cooperator | ⇆ medewerker |
operate | ⇆ bedienen; ⇆ behandelen; ⇆ besturen; ⇆ bewerken; ⇆ drijven; ⇆ een operatie doen; ⇆ een operatie uitvoeren; ⇆ exploiteren; ⇆ in beweging brengen; ⇆ leiden; ⇆ opereren; ⇆ ten gevolge hebben; ⇆ teweegbrengen; ⇆ uitwerking hebben; ⇆ van kracht zijn; ⇆ werken; ⇆ werken met |