English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word coincide

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
coincide
(fit together; match; be congruent; agree)
coincide
(overlap)
; ;
samenloop van omstandigheden
🔗 Quite recently, however, an odd coincidence has occurred.

EnglishDutch
coincide het eens zijn; overeenstemmen; samenvallen; tegelijk gebeuren
coincide in meegaan met
coincide with het eens zijn met; overeenstemmen met
coincidence coïncidentie; overeenstemming; samenloop; samenloop van omstandigheden; samenvallen; toeval; toevalligheid; tref
coincident overeenstemmend; samenvallend
coincidental gelijktijdig; overeenstemmend; samenvallend; toevallig